-
1 mengen
mengen♦voorbeelden:♦voorbeelden: -
2 mingle
v. mengen; aanpassen; mengen met; aanpassen aan[ minggl]♦voorbeelden:1 tears mingled with the blood from his forehead • tranen vermengden zich met het bloed van zijn voorhoofd2 they didn't feel like mingling • ze hadden geen zin om met de anderen te gaan praten 〈 op een feest〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
3 hineinmengen
hineinmengen, bhineinmischen/b -
4 intermingle
-
5 mêler
-
6 mischen
mischen1 (ver)mengen, mixen♦voorbeelden:Wasser in den Wein mischen • wijn met water aanlengenGift ins Essen mischen • gif onder het eten mengen♦voorbeelden: -
7 confondre
confondre [kõfõdr]2 (met elkaar) verwarren ⇒ verwisselen, door elkaar halen4 weerleggen ⇒ aan de kaak stellen, in het nauw drijven♦voorbeelden:rester confondu • versteld staan♦voorbeelden:v1) (ver)mengen -
8 darunter
♦voorbeelden:2 viele Touristen, darunter zahlreiche Ausländer • veel toeristen, daaronder talrijke buitenlandersdarunter fallen • eronder vallen, ertoe gerekend wordendarunter gehören • erbij horenetwas darunter mischen • met iets (ver)mengensich darunter mischen • zich mengen onderer tuts nicht darunter • hij doet het niet goedkoper -
9 mix
n. mengsel, mengeling--------v. mixen; vermengen; omgaan met; inschenken; vloeistof gieten in een goedkopere vloeistof (wijn bij water)mix1[ miks] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 mengsel————————mix2♦voorbeelden:mix with • omgaan met→ mix in mix in/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:mix one's drinks • door elkaar drinken -
10 mélanger
mélanger [meelãzĵee]〈 werkwoord〉2 met elkaar verwarren ⇒ overhoop gooien, door elkaar halen♦voorbeelden:mélanger une chose et une autre chose • twee dingen met elkaar verenigen, combineren→ carte1. v2) combineren3) versnijden [wijn]4) kruisen [dieren]2. se mélangerv2) neuken -
11 beimischen
beimischen -
12 tourner
tourner [toernee]3 veranderen ⇒ een loop, wending nemen♦voorbeelden:faire tourner un disque • een plaat draaienfaire tourner une usine • een fabriek draaiende houdenfaire tourner la tête • duizelig makenfaire tourner les tables • de tafels doen dansenla tête lui tourne • het duizelt hem, hij is duizeligqu'est-ce qui ne tourne pas rond? • wat schort er aan?tourner rond • goed lopen, goed draaientourner autour d' une femme • een vrouw proberen te versierenla conversation tournait autour de la crise économique • het gesprek had de economische crisis tot onderwerptourner à droite, sur sa droite • rechtsaf slaantourner dans une rue • een straat inslaan3 tourner mal • een verkeerde wending nemen, slecht aflopenelle a mal tourné • ze is op het verkeerde pad geraaktla discussion tourne à la violence • de discussie loopt uit op gewelddadighedenle temps tourne au beau • het wordt mooier weer4 silence, on tourne • stilte, opnameII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 draaien ⇒ omdraaien, bewerken2 roeren4 richten ⇒ wenden, draaien♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 tourner et retourner un problème dans sa tête • een probleem van alle kanten bekijken2 zich richten ⇒ zich wenden, zich keren♦voorbeelden:1. v1) draaien5) zuur worden [melk]6) roeren7) omslaan [bladzijde]8) richten9) om [iets] heen lopen10) omzeilen2. se tournerv2) zich richten
См. также в других словарях:
Hund — 1. A guate Hund ve laft se nit1 u2 an schlecht n is kua Schad. (Unterinnthal.) – Frommann, VI, 36, 63. 1) Verläuft sich nicht. 2) Und. 2. A klenst n Hund na hengt mer di grössten Prügel ou (an). (Franken.) – Frommann, VI, 317. 3. A muar Hüünjen a … Deutsches Sprichwörter-Lexikon